Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Er waren witte, groene en hemelsblauwe [behangselen], gevat aan fijn linnen en purperen banden, in zilveren ringen, en [aan] marmeren pilaren; [7]de bedsteden waren van goud en zilver, op een vloer van [8]porfier[steen], en van marmer, en albast, en [9]kostelijke stenen. 7. Of, bedde-[laden]; te weten, in welke men aan de tafel lag en at, naar het gebruik der Perzen en andere natien; zie onder, vs.7, de aantekening vs.8. 8. Hebreeuws, bahat; dat is porfiersteen, of, marmer, rood als purper. Anders, rood marmer. 9. Hebreeuws, sochereth; dit is de naam van een kostelijken steen, ons onbekend. Anderen nemen het voor gespikkeld marmer van verscheidene kleuren.